Alle opleidingen in het mbo combineren leren op school met leren in de praktijk. Binnen het mbo zijn er twee leerwegen: de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en de beroeps opleidende leerweg (bol).
BBL – Beroeps Begeleidende Leerweg
Bij een beroeps begeleidende leerweg werkt de leerling 3 of 4 dagen per week in een bedrijf. De rest van de week volgt de leerling theorieonderwijs op school. De leerling moet zelf op zoek naar voor een leerwerkbaan bij een bedrijf voordat de opleiding begint.
BOL – Beroeps Opleidende Leerweg
De beroeps opleidende leerweg (bol)heeft een andere aanpak. De leerling brengt dan meer tijd op school door en brengt wat hij geleerd heeft in de praktijk via stages. De stage vormt 20 tot maximaal 60 % van de opleiding.
Binnen de BBL en BOL opleidingen zijn er 4 verschillende niveaus een kwalificatie behalen. Het behalen van een kwalificatie staat gelijk aan het afronden van een opleiding en levert een diploma op. Een kwalificatie bestaat uit een aantal deelkwalificaties. De behaalde deelkwalificaties worden beloond met een certificaat. De 4 niveaus zijn:
- mbo-1 niveau: de assistent opleiding (een half jaar tot een jaar) leidt op voor eenvoudige uitvoerende werkzaamheden;
- mbo-2 niveau: de basisberoepsopleiding (twee tot drie jaar) leidt op voor uitvoerende werkzaamheden;
- mbo-3 niveau: de vakopleiding (twee tot vier jaar) leidt op tot volledig zelfstandige uitvoering van werkzaamheden;
- mbo-4 niveau: de middenkaderopleiding (drie tot vier jaar) en de specialistenopleiding (kopstudie van een tot twee jaar) leiden op tot volledig zelfstandige uitvoering van werkzaamheden met een brede inzetbaarheid of specialisatie.
Heeft u aan de hand van deze informatie vragen?